Door kapot geschoten straten,
Zonder vader, zonder land.
Loop je hulpeloos verlaten,
Aan je moeders warme hand.
Als een schaap tussen de wolven,
Naar bestemming onbekend.
En niemand ziet hoe klein je bent,
Niemand ziet hoe klein je bent.
Morgen zal het vrede zijn,
Zal de zon je strelen.
Zal de wereld weer een speeltuin zijn,
En kun je rustig spelen.
Na de winter komt de lente,
Wordt de grijze lucht weer blauw.
Maar ook ben je uit de oorlog,
Gaat de oorlog ooit uit jou?
Mooie ogen zijn vergiftigd,
Zijn aan het geweld gewend.
En niemand ziet hoe klein je bent,
Niemand ziet hoe klein je bent.
Writer(s): John O.c.w. Ewbank, Henri C G Han Kooreneef
Lyrics powered by www.musixmatch.com