Zij zit voor 't raam in gedachten
Haar dagen zijn bijna geteld
Een mens, zij is een van de velen
Maar niemand die haar ooit eens belt
En is dan de avond gevallen
En klopte geen mens bij haar aan
Dan is al haar hoop weer vervlogen
Zo is 't al heel lang gegaan
Refr.:
Alleen zijn is moeilijk te leren
Alleen zijn doet dikwijls verdriet
Je ziet daag'lijks mensen passeren
Zo velen, maar jou zien ze niet
Alleen zijn is moeilijk te leren
Geen sterveling die jou verwent
Je bent zo alleen, geen mens om je heen
Alsof je'n verschoppeling bent
Ze heeft altijd hard moeten werken
Dat heeft ze met vreugde gedaan
Haar kinderen werden steeds groter
En zijn toen 't huis uit gegaan
Ze wonen nu ver in de vreemde
Maar denken ze ooit nog aan haar
Zo af en toe krijgt ze een kaartje
Met Kerstmis en soms met Nieuw Jaar
Refr.
Alleen zijn is moeilijk te leren
Geen sterveling die jou verwent
Je bent zo alleen, geen mens om je heen
Alsof je 'n verschoppeling bent
Je bent zo alleen, geen mens om je heen
Alsof je'n verschoppeling bent